|
||||||||
|
Rock’n’roll- en R&B-zanger, songschrijver, multi-instrumentalist en producer Bobby Day werd in 1930 in Fort Worth, Texas geboren als Robert James Byrd. Hij verhuisde als 15-jarige knaap naar Los Angeles, Californië van waaruit hij zijn muzikale carrière verder ontwikkelde. Er was hem echter geen lang leven beschoren want in 1990 stierf hij op 60-jarige leeftijd aan de gevolgen van prostaatkanker. Muziekkenners zullen hem wellicht het best herinneren van zijn enige grote hit “Rockin’ Robin” uit 1958, een nummer dat later in 1972 nog een veel groter succes werd omwille van de coverversie die Michael Jackson toen opnam voor zijn soloalbum “Got To Be There”. Ook ‘The Hollies’ in 1964 en Gene Vincent in 1969 brachten hun versie van ‘Rockin’ Robin’ met enig succes op de markt. Hoewel “Rockin’ Robin” dus een ‘one-hit wonder’ was heeft Bobby Day daarna nog heel wat andere successen gekend met door hem geschreven liedjes die onder een ander pseudoniem werden uitgebracht of waarbij hij deel uitmaakte van een duo of van een groep. Vele van die nummers kwamen uit in de periode tussen 1952 en 1962 en werden nu gebundeld op het door ‘Jasmine Records’ uitgebrachte verzamelalbum “The Bobby Day Story 1952-62: Robbins, Bluebirds, Buzzards And Orioles”. Het meest succesvol was zijn samenwerking met Earl Nelson in het soulmuziek zingende duo ‘Bob & Earl’. Beiden waren daarvoor leden geweest van de ‘doo-wop’-groep ‘The Hollywood Flames’ die met het nummer “Buzz-Buzz-Buzz” hun grootste hit scoorden. Hun bekendste songs waren “You Made A Boo-Boo” en “When She Walks”, liedjes die allebei op deze verzamel-cd werden opgenomen. ‘Bob & Earl’ zijn in 1963 wereldwijd bekend geworden door de monsterhit “Harlem Shuffle”, toen echter al zonder Bobby Day maar met een zekere Bobby Relf als nieuwe ‘Bob’. Bobby Day had toen al een eigen band opgericht met ‘The Satellites’ waarmee de door hem geschreven songs “Little Bitty Pretty One” en “Beep-Beep-Beep” het tot kleine lokale hits schopten. Zijn carrière in de muziekwereld ontwikkelde zich echter meer en meer in de richting van het schrijven van songs voor andere vertolkers. Het bekendste nummer in die reeks is ongetwijfeld “Over And Over”, een song die hijzelf opnam in 1958 maar die pas in 1965 echt een grote hit is geworden voor ‘The Dave Clark Five’. (Valsam)
TRACKLIST: 1. CRYIN' FOR MY BABY (The Flames)
|
||||||||
|
||||||||
 (2).jpg)
